– Jezus veranderde water in wijn
In Kana, een dorpje wat dicht bij Nazareth ligt wordt een feest gevierd. Er is een bruiloft. Twee mensen die heel veel van elkaar houden gaan trouwen. Wat zijn ze allemaal blij! Geen wonder dat ze feest vieren! Ze hebben al hun vrienden en familie en vrienden uitgenodigd.
Bij ons duurt een bruiloft maar 1 dag, in de tijd dat Jezus leefde duurde een bruiloft 7 dagen lang.
Maria de moeder en Jezus met zijn discipelen zijn ook op deze bruiloft uitgenodigd. Jezus is vrolijk, Hij zingt en lacht met de gasten en vermaakt zich net als de gasten uitstekend. Jezus kan dat, omdat hij de Zaligmaker is. Hij kan naar het feest gaan en vrolijk zijn met de mensen, Hij is toch hun verlosser? Hij hoopt en bid dat zijn Vader in de hemel dat op dit feest aan alle mensen en vooral aan zijn discipelen wil laten zien.
Het is zo erg gezellig op de bruiloft dat de wijn op begint te raken. De leider van het feest ziet de voorraad steeds minder worden. En er kunnen nog zoveel gasten komen, waar moeten ze zo snel nog meer wijn vandaan halen? Ze kunnen hun gasten toch geen water voorzetten? Het feest is helemaal bedorven, zelfs de gasten merken het en de vrolijkheid op het feest is helemaal weg.
Maar Jezus is toch op het feest? Kan hij niet helpen? Zodat de mensen weer vrolijk worden en weer verder kunnen met hun feest. Ja natuurlijk kan Jezus helpen, maar Jezus is niet gekomen om Zijn eigen werk te doen, maar dat van zijn Vader. Als zijn Vader zegt dat Hij helpen mag, dan zal Hij dat ook doen.
Er is alleen een iemand die niet kan wachten. Dat is Maria. Zij vind dat Jezus best wel even kan helpen. Hij is toch de Zaligmaker? Hij kan het? Waarom doet Hij het dan niet? Maria loopt naar Jezus toen en zegt: Ze hebben geen wijn meer. In de hoop dat Jezus opspringt en het gelijk gaat regelen. Maar helaas….
Jezus kijkt Maria streng aan en zegt: Vrouw, mijn tijd is nog niet gekomen. Met andere woorden, ook al is Maria zijn moeder en houd Jezus heel veel van haar. Maria mag zich niet bemoeien met het werk wat Jezus moet doen. Maria is niet boos op Jezus en blijft geloven dat Hij helpen zou. Daarom zegt ze tegen de bedienden: Doe alles wat hij zegt.
Meer kan ze niet doen en moet ze net als de andere wachten tot Zijn tijd gekomen is.
Opeens staat Jezus op en gaat naar de bedienden. Er staan zes stenen vaten waaruit water wordt geschept om de voeten van de reizigers te wassen. Die vaten wijst Jezus aan. De bediende moeten die vullen met water. Daar staan de vaten vol water. En nu? Aan water hebben ze niets, dat hadden ze genoeg. Ze hebben juist wijn nodig…
Schep er nu maar water uit en breng het naar de leider van het feest. Verwonderd scheppen de bedienden het water uit de vaten. En dan gebeurt het wonder. Het water veranderd in wijn. De leider van het feest heeft niet gezien wat er gebeurde. Hij proeft van de wijn, en begrijpt niet waar de wijn opeens vandaan is gekomen. Hij weet alleen dat hij nog nooit zulke heerlijke wijn op heeft.
Wat een groot geschenk heeft de Here Jezus hun gegeven. Het feest dat zo bedorven was, kan weer doorgaan. De mensen kunnen weer vrolijk zijn. Zo kun je zien dat Jezus je altijd wil helpen, misschien moet je soms even wachten net als Maria. Maar het komt altijd goed net als op deze bruiloft.
(C) Marleen van Tintelen