“Kom tot Mij, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven.
Neem Mijn juk op u en leer van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart.
En u zult rust vinden voor uw zielen, want Mijn juk is zacht en mijn last is licht”
– Mattheus 11:28-30

Mislukking en Vergeving

Door Joseph Tkach,

Heb je jezelf ooit afgevraagd of God het misschien wel met je gehad heeft? Dat zou heel goed de grootste zorg van Petrus geweest kunnen zijn nadat hij Jezus drie keer had verraden in die pijnlijke nacht van Jezus’ arrestatie en veroordeling met Pasen.

 

Petrus en zes andere leerlingen waren enkele weken na die gebeurtenissen de hele nacht hard aan het werk op het meer van Galilea, maar telkens als ze hoopvol hun netten uitwierpen bleven die leeg. Toen de dageraad aanbrak verscheen er iemand aan de oever die hen riep de netten aan de andere kant van de boot uit te gooien. Zij deden wat Hij zei en ze vingen zoveel vis dat ze de netten nauwelijks aan de wal konden trekken. Toen realiseerden de discipelen zich dat de vreemdeling aan de oever Jezus was. Hij had al een vuurtje gemaakt, met vis en brood op de kooltjes gebakken. Hij riep hen om samen met Hem te komen eten. Toen ze uitgegeten waren, had Jezus een paar lastige vragen voor Petrus.

Ze waren pijnlijk omdat Jezus, voor Zijn arrestatie, tegen de discipelen had gezegd dat ze allemaal zouden weglopen. Maar Petrus had toen met klem gereageerd: “Al zou ik met U moeten sterven, verloochenen zal ik u nooit!” (Matt. 26:34 NBV) Maar hij verloochenende Jezus wel degelijk – tot drie keer toe!

Terwijl ze samen rustten aan de oever, vroeg Jezus aan Petrus: “Simon, zoon van Johannes, heb je mij lief, meer dan de anderen hier?” Omdat hij zich zijn voormalige opschepperij nog goed herinnerde, moet Petrus zich geschaamd hebben. Hij antwoordde: “Ja, Heer, u weet dat ik van u houd.” Jezus antwoordde: “Weid mijn lammeren.”

Petrus wist vast niet wat Jezus bedoelde en het moet een beetje verontrustend zijn geweest toen Jezus opnieuw vroeg: “Simon, zoon van Johannes, heb je me lief?” Petrus heeft waarschijnlijk zijn hoofd gebogen toen hij met gespannen stem mompelde: “Ja, Heer, u weet dat ik van u houd”. “Hoed mijn schapen,” herhaalde Jezus.

Dan laat de schrijver van het Evangelie zien dat Petrus bedroefd was toen Jezus hem voor de derde keer vroeg, “Simon, zoon van Johannes, houd je van me?” Petrus smeekte: “Heer, u weet alles, u weet toch dat ik van u houd?”. Jezus zei opnieuw: “Weid mijn schapen”. (Joh. 21:15-18 NBV)

 

Drie ontkenningen, drie mislukkingen. Dat was het verhaal van Petrus.

Maar in plaats van te veroordelen geeft Jezus hem drie uitnodigingen tot herstel: “Heb je mij lief?” gevolgd door drie bevestigingen van vertrouwen en zelfvertrouwen:”Weid mijn schapen.” Jezus zag wat Petrus niet kon zien. Hij kende Petrus’ mislukking. Hij had geen illusies over het onvermogen van Petrus om trouw te blijven onder druk. Maar Jezus kwam hem tegemoet, juist in dat falen, hem vergevend, helpend en stimulerend. Niet alleen accepteerde Hij Petrus ondanks zijn zwakheid, maar Hij vertrouwde hem de taken van het koninkrijk toe. Petrus voelde zich onwaardig. En dat wás hij. Maar Jezus maakte hem waardig.

De zwakheden en de ontrouw van de discipelen maakten hun relatie met Hem niet kapot. Zijn liefde voor hen was geenszins verminderd. Hij was nog steeds hun Heer, hun Meester en hun vriend.

Hetzelfde geldt voor ons. Zelfs in onze onwaardigheid maakt Jezus ons waardig – vol van waarde voor die Ene die zichzelf gegeven heeft voor ons en die nooit ophoudt van ons te houden.

 

 

Lifeline nummer 1, maart, april, mei 2013)